Do & dont's met kaarsen
Ga jij voor 100% sfeer en gezelligheid? Dan staan er zeker kaarsen bij jouw thuis 😉. In deze blog delen we graag enkele “wistjedatjes” over kaarsen. Kaarsen zijn als bloemen en vragen wat aandacht-. Met deze tips ga je jouw aankopen misschien iets bewuster doen 😉.
Absolute do’s
- Knip de lont bij. Een lont mag maximaal 1 cm lang zijn. Hoe langer de lont, hoe sneller de kaars brandt. Een lange lont geeft zwarte rook af en zorgt dat de kaars niet gelijkmatig opbrandt.
- Brand een kaars minimum 2 uur bij het eerste gebruik. De toplaag moet volledig gesmolten zijn voordat je de kaars dooft.
-
“This is my space, this is your space“.
Hou voldoende afstand. Kaarsen moeten minimaal 10 cm uit elkaar staan, dit om het 'uitlopen/smelten' te vermelden. - Als je een kaars in een windlicht plaatst, moet de diameter van het windlicht minstens dubbel zo breed zijn als de kaars.
- Knip de lont bij wanneer je kaars begint te walmen. Hetzelfde geldt bij het druipen van de kaars.
- Kaarsvet uit een pot halen? Gebruik goed warm water, lepel het kaarsvet er voorzichtig uit, ga dan spoelen spoelen spoelen om erna af te drogen met een papieren doek. Nog een kleine tip, dreft is de perfecte ontvetter om je glas mee te kuisen.
- “It’s getting hot in here 😉” Hou rekening met warmtebronnen. Plaats kaarsen niet te dicht bij de verwarming of haard. Anders gaan je kaarsen druipen. Ook niet in de zon als je ze bijvoorbeeld niet brand want dan gaan ze smelten.
- Plaats je kaars niet in een tochtige omgeving. Ze branden veel sneller op.
- Gebruik een buitenkaars nooit binnen. De lont van een buitenkaars is een stuk dikker en moet branden in een grote schaal. Binnenshuis zouden je muren zwart worden en de lont zou te veel roken.
- Ga niet met een spons over je windlichthouders om kaarsvet uit te kuisen. Zo maak je krassen.
"There are two ways of spreading light:
to be the candle or the mirror that reflects it"